Inhoud en resultaten van de Onderzoeksagenda zijn ook bereikbaar via een selectie van de expertisegebieden van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Het eendje in ons bad, ons brilmontuur, het toetsenbord van onze computer: vrijwel alles om ons heen is tegenwoordig gemaakt van plastic. Sinds de uitvinding van dit materiaal, eind 19e eeuw, zijn niet alleen gebruiksvoorwerpen ervan gemaakt, maar verwerken kunstenaars het ook graag en vaak in hun objecten.
In 1907 vond Leo Hendrik Baekeland de eerste volledig synthetische plastic uit die ook commercieel succesvol was, bakeliet. In de loop van de 20e eeuw volgde een lange lijst nieuwe uitvindingen van soorten synthetische plastics, onder te verdelen in zogenoemde thermoplasten (smeltbare polymeren), thermoharders (niet-smeltbare polymeren) en elastomeren (waarvan de moleculen elastisch blijven).
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed richt zich op het onderzoek van alle soorten plastics. Met analysetechnieken en aan de hand van een grote referentiecollectie kunnen de verschillende plastics worden geïdentificeerd en hun degradatie bestudeerd. Ook richt de Rijksdienst zich op het schoonmaken, consolideren en aanbrengen van coatings op plastic objecten. De plastics die in de periode 2008-2012 op deze manier door de RCE werden onderzocht, waren onder andere:
Polyetheen (PE)
Polypropyleen (PP)
Polyurethaan (PUR)
Nylon (polyamide, PA)
Polyester
Polymethylmethacrylaat (PMMA, Plexiglas, Limacryl of Perspex)