print this page

Zeventiende eeuw

Makelij en herkomst van magnetische kanonnen, Delfts wit en een scheepslading halffabricaten.

Onderzoeksaanvragen bij de RCE zijn meestal gericht op de makelij of de herkomst van materialen of objecten. De drie aanvragen die we hier presenteren hebben als gemeenschappelijke noemer 'materialen uit de 17e eeuw'. 

Lucas van Dijk neemt een monster uit een bronzen kanon.

Lucas van Dijk neemt een monster uit een bronzen kanon, zodat de microstructuur bekeken kan worden.

Magnetische kanonnen

Slechte kwaliteit kopererts leidde tot lokaal verkleurende 17e-eeuwse bronzen kanonnen. Onderzoek naar de oorzaak van snelle verkleuringen van de kanonnen na reiniging zorgde voor de ontdekking van een ander interessant fenomeen: magnetisme. Dit project keek hiernaar vanuit materiaalkundig én historisch oogpunt.

Roest?

Aanleiding voor het onderzoek was de reiniging van een aantal 17de-eeuwse bronzen kanonnen, gegoten door Cornelis Ouwerogge, uit de scheepsarcheologische collectie van de RCE. Zeer kort nadien ontstonden opnieuw verkleuringen door corrosie. Het leek op roest: zou er ijzer in het brons zitten?

IJzerhoudend

Die veronderstelling bleek inderdaad juist. Een magneet werd erdoor aangetrokken en een draagbaar röntgenfluorescentieapparaat toonde aan dat er een paar procent ijzer in het materiaal aanwezig was. Dat is ongewoon in brons. Om de oorsprong ervan te bepalen werd een klein monster uit het kanon genomen en in de elektronenmicroscoop verder bekeken. Het ijzer, waarschijnlijk als onzuiverheid in het brons terechtgekomen, bevond zich in zeer kleine inclusies in de pure vorm, wat zorgt voor zowel magnetisme en een snelle corrosie van het kanon.

Delfts wit

Hoewel Delfts blauw de icoon is geworden van Nederlandse nijverheid in de 17e en 18e eeuw, werd in die tijd in veel grotere hoeveelheden 'Delfts wit' geproduceerd: onbeschilderd wit geglazuurd aardewerk voor huishoudelijk gebruik. Juist omdat het wit beschilderingen mist, is het vaak moeilijk de herkomst ervan te bepalen. In dit project werd onderzocht of het mogelijk is op basis van de chemische samenstelling van het glazuur te bepalen waar de voorwerpen gemaakt zijn. Met name de hoeveelheden lood en tin in het glazuur en de verhouding daartussen bleken verband te houden met de productieplaats.

Tentoonstelling

Opmerkelijk bij dit project is de toepassing van natuurwetenschappelijke methoden bij de toeschrijving van faïence. De resultaten van het onderzoek vonden hun beslag in de publicatie bij de tentoonstelling Delfts Wit: het is niet alleen blauw dat in Delft blinkt in het Gemeentemuseum Den Haag van 23 november 2013 tot 24 maart 2014.

Scheepsvondsten 'Aanloop Molengat' 

De lading van het scheepswrak Aanloop Molengat, begin 17e eeuw gezonken bij Texel, bestond vrijwel geheel uit halffabricaten: staven smeedijzer, baren lood, bladen tin, Vlaams en Hollands laken, ivoor en runderhuiden. De makelij en herkomst van het ijzer zijn bij de RCE onderzocht aan de hand van metallografie en de chemische samenstelling van slakinsluitsels in het ijzer. De resultaten leveren informatie over de handelsroutes in de 17e eeuw.

Textiel

Vrijwel alle laken is vergaan nadat het schip gezonken was. Wat wél overbleef waren zo'n honderd textielloodjes die ooit aan de stof hebben gehangen. De stempels op de loodjes geven aan dat het laken uit Leiden en Delft kwam. Twee loodjes dragen een stempel van een adelaar, een teken dat de stof geverfd was met wede (een plant die blauwe kleurstof levert). De kleur van het enige minuscule reepje stof dat is gevonden, werd onderzocht met hogedruk-vloeistof-chromatografie (HPLC). Dit toonde aan dat de textiel is geverfd met een mengsel van meekrap en indigo of wede, waardoor het waarschijnlijk is dat het een bruine of paarse kleur heeft gehad.